Als een kleine kunstmeute bewegen mijn vrienden x en y en ik ons over de Contemporary Art beurs. We snuffelen wat, loeren naar een sculptuur, object of schilderij. Knijpen af en toe een oog dicht. Ik heb met mijn vrienden afgesproken dat we, naar goed Nederlands gebruik, in kleurcode praten. Code rood is absoluut niets, groen is top en oranje is mmwwaahh. Dit doen we omdat met name x, ondanks dat hij tegen iedereen die het wil horen zegt dat hij absoluut geen verstand van kunst heeft, vaak een nogal uitgesproken mening laat horen. Y is daarentegen kunstkoper, maar ook hij is niet bang zijn mening te geven. Om te voorkomen dat een toevallig meeluisterend kunstenaar besluit zijn kunstenaarschap vaarwel te zeggen en de rest van zijn creatieve leven schappen gaat vullen bij AH (of erger) hebben we besloten in code onze mening geven.
Zoals dat gaat is er veel code oranje, maar y sleurt me mee naar een hoekje waar hij iets moois heeft gezien. Een aquarel van Mart Visser dat voor hem code groen is. Inderdaad mooi werk, maar het spiegelend glas waarmee het is ingelijst beneemt mij wel het zicht. Ook bij Galerie Hommes ziet y iets waarbij hij opveert. Anton Vrede, die zich ook in metaal uitdrukt, heeft hier een mooie serie tekeningen hangen. Ik maak me even los van de groep en slenter bij Galerie Helder binnen. Marit Dik, Jochem Rotteveel zijn natuurlijk vertegenwoordigd. Bij Helder hebben ze sowieso een flinke selectie hangen en staan. Zoveel zelfs dat een opslaghok is geconfisqueerd en omgetoverd tot white cube . Wanneer ik tegen Frey zeg dat het een mooi kunstkamertje is, corrigeert hij me: ‘Kunstkabinet noemen we dat in Den Haag’. O ja. Even verderop bij Vonkel neemt het werk van Inge Aanstoot een flinke plaats in. Terecht, wanneer je twee prijzen wint en drie werken worden aangekocht door Caldic heb je recht op een prominente plek. ‘Maar dit is ook heel mooi’ en Thierry komt even later met een ander reusachtig werk van Inge Aanstoot aan. ‘En dat is een gemiddeld formaat’ en het is niet alleen groot maar ook goed. Overigens is Den Haag opvallend goed vertegenwoordigd op de Contemporary Art.
Ik staar nog even naar een blad sla en twee roze vuilniszakken van Stefan Gross bij Galerie Bob Smit. Bij Contempo Galerie zien we kunst die ook gemerkt wordt als code groen, we zeggen hallo tegen Joeri van Beek, en vragen ons af waarom er geen werk van haar hier hangt. Vervolgens met de trap naar beneden waar ons ook nog een kunstmoment wacht. X en Y zijn dol op honden dus dit valt in de smaak. Ik vergaap me ondertussen aan een diorama en loop door de speelse kunstopstelling. Een verademing na de white cubes van de eerste verdieping. Intuïtieve kunstbenadering staat er op een folder van Circus Engelbregt. Een kruising tussen yoga en kunst lijkt het. Ik haal adem en hup spring in de downward facing dog.
We lopen over de Hoerenloper naar de Kaap en wagen ons in de schemerige omgeving van TEC ART. In het duister zwerven we tussen de objecten en sculpturen. Ik zie een imposant werk van Birgit Verwer opgebouwd uit tuingereedschap, een kinderstoeltje en een vishengel. Veel mooi werk hier en de Wormwinkel is ook de moeite waard. Een fascinerend arsenaal aan muziek, boeken en techniek vanuit de rafelranden van de kunst is hier te koop. Maar wij gaan weer verder en stappen aan boord van de Art Venture die aangemeerd ligt naast de Feniksloods. Een leuke roestbak vol met kunst. Vijf kunstenaars exposeren hier en daar zit werk bij dat voor ons alle drie code groen is. X en Y onderhouden zich met de gastvrouw en ik drink warme chocomel bij het vuur op het achterdek en kijk naar de stad. Pffff morgen verder.