Kinderen en Cobra is een goede combinatie. Zeno (7) en Sem (10) inspecteren, associeren, bewonderen en vellen een oordeel. ‘Ik zie een slakkenhuis en een worm van spijkers,’ Zeno inspecteert van dichtbij het schilderij Materie van Jaap Wagemaker. Zo dichtbij dat de suppoost er onrustig van wordt. Afgelopen weekend zochten we beschutting in het Cobra Museum in Amstelveen. Sem en Zeno zwerven wat rond en telkens wordt hun oog gegrepen door weer een ander kunstwerk. ‘Deze vrouw heeft enge ogen en …,’ Sem kijkt Zeno veelbetekend aan, ‘En ze wordt opgegeten door een monster.’ Zeno kijkt en knikt en weg zijn ze, Modificatie met een vrouw uit Bretagne uit 1962 van Asger Jorn achterlatend. Even later lopen ze bedachtzaam om een sculptuur van Armando heen. Af en toe wisselen ze een blik, trekken een wenkbrauw op en staren naar het beeld alsof het elk moment zijn raadsel kan gaan prijsgeven. Wanneer dat niet gebeurt, zegt Zeno enigzins teleurgesteld, ‘Ik denk dat je hiervoor heel veel klei nodig hebt.’ Nee, dan het andere beeld van Armando even verderop, Kopf (2009). Hier kunnen ze wat mee. De kunstkenners kijken elkaar aan, ‘Voldemort,’ daar zijn ze het over eens. Ze herkennen meteen de duistere kracht uit de Harry Potter serie. Maar kunst kijken is vermoeiend en even later vinden we ze uitgeput op de grond aan weerskanten van Betrokken lucht van Bram Bogart uit 1954. ‘Colaatje?’