Vandaag wordt de winnaar van de Prix de Rome bekend gemaakt. De recensenten van de NRC en de Volkskrant waren er al uit: Geen winnaar. De werken van de finalisten van de Prix de Rome waren de producten van in zichzelf gekeerde kunstenaars, ontoegankelijke conceptuele abracadabrakunst. Birgit Donker, directeur van het Mondriaan Fonds, reageerde pittig op haar blog. Na het lezen van de recensies, brandden wij van nieuwsgierigheid. Dit moesten we zien. Op naar kunstcentrum de Appel.
De in de Appel getoonde werken werden speciaal voor de finale van de Prix de Rome vervaardigd. Eigenheid, artistiek concept en originaliteit zijn de eisen die aan de finalisten, Remco Torenbosch, Falke Pisano, Ola Vasiljeva en Christian Friedrich werden gesteld. Op de bovenverdieping ligt het gastenboek waar een bezoeker ‘What the fuck is all this supposed to be!’ in geschreven heeft. Lijkt ons een uitstekende instelling om mee te beginnen.
Prison Work heet de installatie van Falke Pisano. Het is onderdeel van haar serie The Body in Crisis over de momenten in de geschiedenis waarop men anders tegen het menselijk lichaam aan ging kijken. Voor de Prix de Rome is dat 1984, het jaar dat de eerste geprivatiseerde gevangenis in de Verenigde Staten in gebruik werd genomen en de gevangene een goedkope arbeidskracht werd. Aan de muren hangen tekeningen van installaties en wordt uitgelegd wat het hele project inhoudt. Twee kubusvormige objecten nemen de rest van de ruimte in beslag. Eén kubus is donker met aan de binnenkant afbeeldingen van het gevangenisleven. De ander is wit en heeft aan de buitenkant afbeeldingen van het gewone, dagelijkse leven. Aan de binnenkant is een animatiefilm te zien. Het concept is duidelijk, misschien wel te duidelijk. Er is niet veel plek voor de verbeelding van de toeschouwer. Is dat een bezwaar?
Soms moet je begeleidende teksten niet lezen. De andere ruimte op de bovenverdieping van de Appel is geheel gevuld met de installatie The Limp of a Letter van Ola Vasiljeva. De tekst in het boekje bij de tentoonstelling is van een enorm hoog zin-is-onzin en niets-is-alles gehalte. Geen touw aan vast te knopen maar aan het kunstwerk wel. Het kost enige tijd maar dan begint de verzameling objecten op je in te werken en ontstaat er een logica in de chaos. De gestapelde stoelen, de kleine voorwerpen die her en der achteloos neergegooid lijken te zijn, de video’s die te zien zijn, bureaus met onduidelijke materialen: Het asymmetrische krijgt evenwicht. Het heeft tijd nodig, maar dan is het een fascinerend geheel. Alsof de woorden en letters eerst onscherp voor je ogen dansten en je de zinnen nu scherp ziet.
Blauw is een moeilijke kleur in de kunst. Sinds Yves Klein heeft het een geladenheid gekregen waar je als kijker moeilijk om heen kan. Remco Torenbosch doet het toch. Een zaal vol blauwe vlakken die bij nadere inspectie kleurstalen van de Europese vlag blijken te zijn. De titel van het kunstwerk doet denken aan een afstudeerscriptie sociale wetenschappen: European Contextualising in Analytical Sociology and Ethnographical Representation on History and the Present is meer dan een mondvol. De kleurstalen komen uit de 28 lidstaten van de Europese Unie. Elk land heeft kennelijk een eigen interpretatie van de kleurcode voor de Europese vlag want er zijn evenzovele verschillende kleuren blauw. De Europese Unie als lappendeken. De expositie is aangevuld met archiefmateriaal over het originele ontwerp. Dit is lastig. Het concept vinden we wat mager, de symboliek te duidelijk, maar de uitwerking prachtig.
We staan met zijn zessen in een sluis. We passen er net in. Aan de ene kant gaat de deur dicht, even later kunnen we een schemerige ruimte binnenstappen waar zes stoelen in een kring staan opgesteld. We gaan zitten en schemering gaat over in duisternis. A Translation of Unwritten Writings I van Christian Friedrich rekt ons begrip van kunst op. In het donker luisteren we 70 minuten naar een muzikale inleiding van onder andere klankschalen gevolgd door een vertelling, in het Engels. Een vrouwenstem, soms vervormd, vertelt een gothic-fantasy verhaal vol surrealistische beelden. Het is een duister, apocalyptisch verhaal dat niet altijd even makkelijk te volgen is en eindigt in een orgasme van alliteratie op de woorden ‘spit’ en ‘spat’. Mooie tekst en goed voorgedragen, maar wat is dit? Verbeeldende kunst? Friedrich gaat hier een grens over, dat is op zich al spannend. Van alle vier de werken vonden wij dit het meest uitdagende en scherpe. Wat moeten we ermee? Het ontregelde ons.
We lopen enigszins duizelig de straat op. Verbazen ons over de kunstwerken. Wie gaat er winnen? Geen idee en we vinden het ook niet zo belangrijk. Dit waren vier zalen met originele en uitdagende kunst. Geen kunst die behaagt. Wij houden er wel van. Moeilijk? Ja, wat is moeilijk? Dat je af en toe moet nadenken, dat het geen hap-slik-weg kunst is? Het is wat je gewend bent en waar je van houdt: een Michelinster of de Mac. Allebei kan ook. Zo gaat Koningin Máxima eerst naar de uitreiking van de Prix de Rome en daarna door naar de musical over André Hazes. We vragen ons wel af of het minister Bussemaker lukt, mocht Remco Torenbosch winnen, bij de uitreiking de titel van zijn werk in een keer foutloos uit te spreken. Het lukt ons in elk geval nog steeds niet.
De tentoonstelling Prix de Rome t/m 26 januari in kunstcentrum De Appel