Het Rijksmuseum is helemaal terug, vernieuwd, nu nog mooier, en … met moderne kunst. Dat moesten we zien. Blikvangen pakte een vroege trein richting Amsterdam. Tussen de vertwijfeld om zich heen kijkende backpackers en de met hun iPad rondzwaaiende bustoeristen door, spoedden we ons naar het Rijksmuseum.Het eerste dat opvalt is de afgesloten fietserstunnel. Hebben ze zo moedig gestreden, staan er hekken voor. Het zal met de komende abdicatie te maken hebben. Maar wij zijn geen kniesoren, wonen niet in Amsterdam dus wat kan ons die fietserstunnel schelen? Wij gaan door een van de draaideuren naar binnen. Het moet gezegd worden: het Rijksmuseum (waar zit die halve spatie op mijn toetsenbord?) is prachtig verbouwd. De entree is ruim (op de draaideur na, dat is toch echt een bottleneck. Eén forse Amerikaanse toerist en de zaak loopt vast), en het ziet er schitterend uit. Met onze museumjaarkaart kunnen we zo doorlopen en even later vergapen we ons aan de pracht en praal van de Gouden Eeuw. Het Melkmeisje, en daar het Joodse Bruidje, de Staalmeesters en dan … de Nachtwacht. Ah en oh, alles hangt er even prachtig bij, werkelijk fantastisch uitgelicht. Het museum is in oude luister en glorie hersteld. Zelfs hardcore moderne kunstliefhebbers zoals wij gaan volledig door de knieën. Wanneer we weer bij zinnen zijn, dringt het besef door dat we hier voor de nieuwe collectie moderne kunst zijn. Oeps, even vergeten dat we met opgetrokken kunstneuzen hier langs zouden snellen. Op naar de derde verdieping. Uit de lift rechts de hoek om, klaar voor de modern shock… uh … een Appel, een stoel van Rietveld, Jan Schoonhoven, Daan van Golden. Tsja, we proberen een deur, om te kijken of er nog een verborgen ruimte is. Nee, dit is het. Er is nog zo’n zolder met kunst van voor 1940, maar dat is niet modern genoeg voor ons. We zijn teleurgesteld. Het is te weinig, te bekend. Verwende kunstkijkers als wij zijn, willen we verrast worden, maar dan hebben wij hier toch mooi onze kieskeurige neusjes gestoten. Toch klopt hier iets niet en wat niet klopt, dat zijn wij. We staan in de verkeerde modus.
Een museum conserveert en dat is precies wat het Rijksmuseum doet. De doelstelling is een overzicht te geven van de vaderlandse kunst door de eeuwen heen. Het Rijksmuseum wil van iedere belangrijke kunstenaar minimaal één onderscheidend werk hebben. Daar hoort nu ook de voltooid tegenwoordige tijd bij. Dat is een flinke klus voor conservator twintigste-eeuwse kunst Ludo van Halem (slim weggekocht bij het uitstekende Stedelijk Museum Schiedam). Het budget is beperkt en de moderne kunst is duur. Een ander probleem is, hoe dichter je bij de tegenwoordige tijd komt, hoe onvoltooider hij is. Wie is een belangrijk kunstenaar, of wie wordt een belangrijk kunstenaar. Wat te doen met de 21ste eeuw? En dan ligt er ook nog een groot museum met moderne kunst op een steenworp afstand.
Zo werd het een leerzaam dagje uit voor Blikvangen. In het Rijksmuseum blader je in een schitterend 3D kunstgeschiedenisboek. Dan komt de moderne kunst er in onze ogen wat bekaaid vanaf, weggestopt op zolder. Maar genoeg gezeurd. Gewoon even de knop omzetten. En eerlijk is eerlijk, we waren erg onder de indruk van Jan Schoonhovens Schotelreliëf en we houden ontzettend van Karel Appel. En wat is het een mooi museum.